Nominatie

is daar iemand
Micha Hamel

Micha Hamel (1970) is componist, dichter en onderzoeker. Hij componeerde concertmuziek, twee opera’s en een twintigtal muziektheatervoorstellingen. Hij publiceerde zes dichtbundels en schrijft scripts voor Virtual Reality-ervaringen. Vanuit de Universiteit Utrecht werkt hij aan schrijfonderwijs voor middelbare scholieren, onder meer in het project Schrijflab.nl.

Juryverslag

Hoe hou je je staande als je hoofd, en bij uitbreiding het hele lichaam, door chaos wordt aangevuurd? In is daar iemand kruipt de lezer in de geest van iemand die een psychose doormaakt. In de proloog rolt het aan – ‘afscheur helwit / huichelende moker / gekarteld alarm’ – en dan komt de crisis: ‘morgen pyjamadag voor de rest van het jaar’. De ik belandt in een ‘zone’ waar taal het enige houvast is. Overrompeld door wat er in zijn hoofd gebeurt, meegezogen in een vloed van gevoelens en verschijningen, beweegt hij zich in een werkelijkheid van wandelen, praten, relativering en uitwisseling, een decor dat herkenbaar is als dat van een kliniek maar ook het leven zelf echoot. Stokkend en haperend, vol kapotte communicatie. De grote gave van deze bundel is dat Hamel zijn onderwerp via de taal meer dan zwaarte alleen meegeeft: humor, ontroering (de fluwelen hals van een paard in de wei; het plotselinge beeld van een vader; een brief aan de kinderen), wanhopige én vrolijke verwarring, schoonheid, hoop. Zijn taal reguleert de chaos zodat wij er zicht op krijgen en laat tegelijkertijd die chaos intact: een indrukwekkend evenwicht.

Handleiding voor ontheemden
Robin Block

Robin Block (1980) is dichter, muzikant en performer, die zowel in Nederland als in Indonesië vele kunstwerken en voorstellingen op zijn naam heeft staan. Met zijn poëziefilm Manual for the Displaced won hij het Nederlands Poëziefilmfestival en diverse internationale prijzen. Van zijn hand verschenen de bundel Bestialen, het tweetalige In Between, Di Antara en Handleiding voor Ontheemden.

Juryverslag

Djangan Loepah, (‘niet vergeten’) was de titel van een boekje dat gerepatrieerde Indische Nederlanders ontvingen in de jaren zestig. In Handleiding voor ontheemden plaatst Robin Block daaruit citaten tussen de rijkdom aan gedichten waarin hij op zoek gaat naar de werkelijkheid van daarvóór: het Indië van zijn voorouders, vooral zijn ‘oermoeder’. Het moment dat hij haar naam terugvindt is een van de hoogtepunten van deze bundel, die kenmerken heeft van magisch reisverslag, avonturenroman, liefdesverhaal en autobiografische familiegeschiedenis maar bovenal poëzie blijft. Kern is de zoektocht naar onrecht en het recht om te bestaan en op iedere pagina is duidelijk dat de taal nodig is bij deze zoektocht. Met gebruikmaking van alle mogelijke vormen biedt Handleiding voor ontheemden plaats aan de modderstromen én het zonlicht uit het verleden: wrang, confronterend, komisch en in alle opzichten speels.  Block vertelt het contrastrijke verhaal van aanpassen en nooit helemaal passen – en van het vinden van liefde terwijl je zocht naar identiteit. Het grote biedt hier ruimte aan het individuele en levensveranderende: ‘zo snel schuiven de beelden over elkaar / zo moeilijk is het om het oppervlak weer glad te strijken’. Een bundel die iets loswoelt.

 

Indolente
Dewi de Nijs Bik

Dewi de Nijs Bik(1990) is dichter, neerlandicus en literatuurwetenschapper. In haar poëziedebuut Indolente gaat ze op zoek naar een taal die ons gedeelde verleden tastbaar maakt – onderweg dient zich een onverwachte geschiedschrijver aan: de oester. Haar werk verscheen verder onder meer in DW BnYPoëziekrant, het Berlijnse SAND Journal en op DIG. Ze schreef tien jaar lang artikelen en interviews voor Indisch maandblad Moesson, was redacteur bij Perdu en is bestuurslid bij de Auteursbond. Ze draagt haar gedichten voor op diverse podia en literaire festivals in Nederland en België.

Juryverslag

Een dozijn oesters, bestel je doorgaans. Maar deze bundel, waarin de oester een betoverende rol speelt, is geen bundel van dertien in een dozijn. Dewi de Nijs Bik heeft met Indolente een fascinerend en opwindend debuut geschreven, waarvan de beelden zich naar binnen branden: van de ‘tranende beweging van het altijd tegen het roeren van de geschiedenis’ in te moeten denken tot de sneetjes in de handpalmen van zestiende-eeuwse oesterduiksters uit het Caribisch gebied. Gruwelijk en krachtig zijn de verhalen die De Nijs Bik vertelt over koloniale uitbuiting; prachtig en verleidelijk is de taal waarmee ze de schelpen uit ons Zeeuwse heden karakteriseert en verbindt met die uit de historie, ‘het rapen en raken / speelt zich hier af / de kromming van lijven’. Ze voert de lezer van de VS naar Cubagua, van het hedendaagse Amsterdam naar het Indonesië van haar voorouders (‘het naaisetje van mijn opa zit vast in de binnenzak van mijn winterjas’). Die verschuiving van perspectieven is vermetel en effectief: de lezer duikt onder in verschillende werelden als de parelduiker onder water. Zo ontstaat een compact en tegelijk veelomvattend verhaal: persoonlijk, zoekend en uitzonderlijk origineel.

Nu we er toch zijn
Erwin Hurenkamp

Erwin Hurenkamp (1993) begon met schrijven toen hij merkte dat de leugen wel gewaardeerd wordt als je haar verhaal noemt. Hij studeerde literatuurwetenschap en Cultural Analysis in Amsterdam. Daar woont hij nog steeds. Gedichten van zijn hand verschenen eerder op Hard//hoofd en De Optimist en in Tirade. Hij won de Editio Debutantenschrijfwedstrijd 2020-2021. Nu we er toch zijn is zijn debuutbundel.

Juryverslag

Nu we er toch zijn ontgrendelt met zijn zintuiglijke en beeldende gedichten een dystopisch en vrij universum, veelzijdig en raadselachtig, maar de lezer verwelkomend. Hurenkamp heeft een overtuigend debuut geschreven met een duidelijke artistieke visie. Zijn gedichten lijken geaard te zijn in ervaring maar los te staan van tijd en ruimte, ze zijn beschikbaar, open. Dat betekent niet dat ze geen vragen oproepen. Bevinden we ons in een oerbos in het verleden, in een vochtig dichtgroeiend huis in het heden, of in een nederzetting in de nabije toekomst? De dichter biedt een alternatieve ontstaansgeschiedenis van de wereld, in gedichten als ‘Genesis take 1’ en ‘Genesis take 2’ en in een keur aan scenario’s van nakende vernietiging. Zijn beschrijvingen van een systeem in beweging worden geïllustreerd met particuliere inzichten, die de poëzie ankeren aan het lichaam en waarin de erotische lading onmiskenbaar is. ‘Ik val in hem voorbij de versperring van taal.’ De taal is helder en trefzeker, rijk aan ritmiek en klank. Nu we er toch zijn bevraagt wat blijft en wat vergaat, en daarmee niet minder dan wat leven is. Het antwoord klinkt sappig prachtig: ‘Wij zijn koolstof. Meervoud en verstrengeling. Wit en stralend als kersenbloesem op een vers kadaver.’

Tijgerbrood
Ruth Lasters

Ruth Lasters (1979) debuteerde met de roman Poolijs, waarvoor ze de Vlaamse Debuutprijs 2007 kreeg. Daarna volgden de romans Feestelijk Zweet (2011) en Vlaggenbrief (2014). In 2019 verscheen haar vierde roman VIN, een boek over een jonge leerkracht die zich staande probeert te houden in een beroepsschool. Haar poëziedebuut Vouwplannen werd bekroond met de Debuutprijs Het Liegend Konijn 2009. In 2015 verscheen haar tweede dichtbundel Lichtmeters, waarvoor ze de Herman De Coninckprijs in ontvangst nam. De bundel werd ook genomineerd voor de VSB-poëzieprijs. Deze bundel werd ondertussen vertaald in het Duits en het Spaans. In februari 2023 verscheen haar derde poëziebundel Tijgerbrood.

Juryrapport

In Tijgerbrood presenteert Ruth Lasters een veelzijdige waaier van levendige en vaak verrassende observaties, waarbij ze de lezer steeds lijkt te willen toeroepen of zelfs bezweren: ‘Kijk nog eens. Neen, het is niet wat het is. En het is ook helemaal niet wat het lijkt!’ Schurende beelden en ludieke vondsten wisselen elkaar af, vaak levensecht, en haast altijd met een geëngageerde ondertoon, waarbij ze behendig afstand houdt van al te absolute aanspraken (‘vraag me nooit of ík ooit zo heroïsch zou zijn.’) Waar de gedichten zich bij lezing in stilte op de rand van proza bevinden, vertellend en aanwijzend, krijgen ze bij hardop lezen eens te meer spankracht: het zijn gedichten die de wereld opzoeken en direct aanspreken. Lasters’ beelden zijn sterk en stevig. Haar gedichten ontlokken de lezer het ene moment een glimlach van warme herkenning, het volgende dwingen ze een onthutste adempauze af. Braaf is de bundel niet, doortastend, grondig en soms radicaal. Terwijl Lasters haar moedertaal zelf omschrijft als “maffioos”, slaagt ze er in die taal soepel te beheersen en er toegankelijke poëzie met lef uit te puren: poëzie die je recht aankijkt.

Sunset Industries
Jens Meijen

Jens Meijen (1996) is schrijver, letterkundige en politicoloog. Hij doet onderzoek naar nationalisme en populisme aan de KU Leuven. Daarnaast is hij journalist en recensent bij Humo en De Morgen en is hij lid van de kernredactie van literair tijdschrift DW B. Met zijn debuutbundel Xenomorf (2019) won hij de C. Buddingh’- prijs en werd hij genomineerd voor de Poëziedebuutprijs Aan Zee. Met zijn debuutroman De lichtjaren (2021) haalde hij de shortlist van de PrixFintroPrijs Nederlandstalige Literatuur. In 2023 verscheen zijn tweede dichtbundel, Sunset Industries.

Juryverslag

Een sunset industry is een industrie in verval: iets dat teloorgaat. Wat als die industry onze immense wereld is die vergaat? Jens Meijen schept in deze bundel een universum waarvan de houdbaarheid en hoedanigheid in ieder gedicht beweegt, verandert, rammelt en vervloeit. Soms is zijn wereld dystopisch (‘we wachten tot het komt’; ‘zo vliegen brokken aarde, bloesems, gloeiende oogbollen’) soms mythisch, en daarin zowel grimmig als troostrijk.

Meijen, een ijzersterk observator, leidt de lezer door een vervreemdende en verdwijnende wereld waarin de sfeer heel consequent en de taal steeds nieuw is. Door in en uit te zoomen ervaart de lezer zijn gedichten als persoonlijk en intiem terwijl hij het onbevattelijk grote onderwerp van de ondergang van de mensheid en de wereld aankan. Het geheim is hier de taal: uitzonderlijk muzikaal en klankrijk, ritmisch en vol schitterende beelden. Prachtig zijn ook de terugkerende personages. Dat van de hond Levka, getuige van rampen, van het ‘pulken van de dagen aan de pezen van je lijf’, is onvergetelijk. Een dier dat directer en misschien wel scherper dan de mens ervaart hoe het is als het onheil aanrolt. Sunset Industries is een bundel die het effect heeft van een film waar je steeds opnieuw naar moet kijken, waar je van huivert, over na blijft denken en van gaat houden.

Op 21 februari 2024, de dag waarop Herman de Coninck tachtig jaar zou zijn geworden, werden de zes genomineerden voor de Herman de Coninckprijs 2024 bekendgemaakt. In 2024 heeft de prijs betrekking op de bundels die tussen 1 januari 2023 en 31 december 2023 zijn verschenen. Eén van de genomineerde bundels moet een debuut zijn.